De recente uitspraken van CDA-leider Henri Bontenbal over religieuze scholen hebben geleid tot veel discussie over de balans tussen vrijheid van onderwijs en het grondrecht op gelijke behandeling. Bontenbal verdedigt de ruimte voor religieuze overtuigingen in het onderwijs, zelfs als dit kan botsen met democratische waarden en individuele vrijheden. Critici wijzen op de gevolgen van deze opvattingen voor LGBTQ+ scholieren, waarbij Bontenbal suggereert dat ouders die zich niet kunnen vinden in de acceptatie van hun kind, hen naar andere scholen kunnen sturen. De Orde van Advocaten heeft fouten gemaakt in de berekeningen omtrent deze kwesties, en er zijn zorgen over de potentiële uitsluiting die voortkomt uit religieuze onderwijspraktijken. De spanning tussen de grondrechten roept vragen op over de toekomst van religieus onderwijs in Nederland, vooral als het gaat om de rechten van minderheden.